A) God
B) Jezus
C) Chuck Norris
Chuck Norris is een groot man en betekent veel voor de mensheid, maar antwoord C is zeker niet juist. Ik twijfel tussen antwoord A en B. God is de Vader en Jezus is de Zoon, toch? Maar wie van de twee is ‘De Heer’ dan? Ik durf er echt geen antwoord op te geven, dat zou gokken worden. Of iene miene mutte.
Of het antwoord op de quizvraag nu God of Jezus is, het is Onze Lieve Heer die de allerbelangrijkste plaats inneemt, in het leven van de zusters. De zusters aanbidden Hem.
Niet alleen Onze Lieve Heer, ook Onze Lieve Vrouw speelt een prominente rol in het alledaagse leven van de zusters. Maar de zusters aanbidden haar niet, want dat is niet toegestaan. Volgens de Bijbelleer mag alleen God aanbeden worden. Onze Lieve Vrouw mag wel vereerd worden. Vereren is hetzelfde als bewonderen. Bewondering hebben voor iets of iemand klinkt al meteen wat milder en aardser dan aanbidden. Voor Johan Cruijff bijvoorbeeld, kun je ook bewondering hebben. Of voor Chuck Norris.
En wie we onder Onze Lieve Vrouw verstaan, daarover hoef ik geen quizvraag te fabriceren. Dat kan er maar één zijn, dat is zonder twijfel Maria. Of je nu diep gristelijk gelovig bent of je leeft liever van God Los, het maakt niet uit want Maria kennen we allemaal wel! Maria de moeder van Jezus. Maria, de mamasita van Jozef, op het ezeltje. Maria, de enige eigen echte vrouw in de kerststal! En je moet niet sollen met die stal want zij owned hem! Nee, Maria is niet voor de poes, ze is een taaie. Dat geeft haar wel iets stoers en zeker bewonderenswaardigs!
Hoewel Maria een Bijbelse figuur is, vind ik haar eigenlijk wel wat ‘gezelliger’ dan de anderen. Ze is wat meer onder het volk. Ze heeft inlevingsvermogen en is een mensenmens, net als Natascha Froger, maar dan zonder zoveel rimpels rond de mond. Maria geeft je het gevoel van ‘meiden onder mekaar even gezellig keuvelen over hoe het nu echt met je gaat’. Hoewel een bakkie pleur doen met een peuk erbij er niet inzit samen met haar, geeft Maria je toch het gevoel dat ze altijd voor je klaarstaat.
Bijvoorbeeld als ik naar Broekhoven fiets, om te shoppen bij Rojami’s, dan proef ik heel sterk dat gezellige gevoel. Want wie zie ik daar op de Ringbaan Zuid, een stukje voor de afslag richting Broekhovenseweg, staan? Is dat ons Patries, is dat ons Priscil? Nee, het is Ons Lieve Vrouw! Een levensgroot Mariabeeld, met daarbij in grote letters de tekst: ‘Ons Lieve Vrouw ter baan, maak dat wij richtig gaan’. Een wensje voor een veilige reis, aan alle mensen in het verkeer.
Wat Elsa, de Disneyprinses in de film Frozen, nu voor veel jonge meisjes is, dat was Maria ooit voor mij. Ik wilde vroeger, als het effe kon, verkleden als Maria. In een lichtblauwe jurk, met een lichtblauwe sluier. Zo devotioneel als ik maar kon kijken (oogjes naar linksboven gericht en handjes gevouwen) ging ik er écht voor, als een ware Holland's Next Top Maria.
Mijn moeder zag hier pedagogische kansen liggen! Als ik netjes, als een grote meid, op het potje zou gaan, dan mocht ik de rest van de dag als Maria verkleed. Deal, Ma! En zo werd Zr-Loes zindelijk. Zo ging het ook met haren wassen. Dat vond ik vreselijk eng vroeger, zo’n plens water over mijn hoofd en priksop in mijn ogen! Maar als ons Ma eenmaal mijn haren had gewassen, pakte ze een zachte, lichtblauwe handdoek. Zij knoopte de handdoek als een sluier om mijn hoofd. Terwijl mijn haren droogden, kon ik weer voor eventjes Maria zijn. Een reine Maria.
Net als de hype en gekte om Prinses Elsa heen, draafde ik ook wel eens door. Bijvoorbeeld op 6 januari 1990, tijdens het Driekoningenfeest. Toen ging ik samen met mijn twee broers, gulzig, de huizen af om een liedje te zingen in ruil voor snoep. Jan en Bart waren dan Melchior en Balthasar. En ik? Ik ging gewoon als Maria langs de deuren. Dikke snikkel! Hoe kan ik een koning spelen terwijl ik een meisje ben? En over mijn blauwe jurk heen wilde ik geen warme winterjas, anders kon niemand zien dat ik Maria was. Of dat nu zo verstandig was, midden in de winter, maakte mij niet uit.
The cold never bothered me anyway.