“Ik zeg je, Petrus, deze nacht zal de haan niet kraaien voordat je geloochend hebt dat je mij kent.” (Lucas 22:34)
Afgelopen zomer kwam er een haan aanwandelen in de kloostertuin. De haan was graatmager en had amper veren. Waar het beestje vandaan kwam is een raadsel, maar dat dit kleine vluchtelingetje een lange, barre tocht achter de rug had was duidelijk. De dappere dodo was verzwakt en zag de kloostertuin als een fijn en rustig onderkomen om te schuilen.
Het duurde niet lang voordat de zusters de nieuwkomer hadden ontdekt. Het diertje trok bekijks! Waar normaal gezien het weer trending topic is, daar ging nu het haantje viral. De zusters smokkelden graan en broodkruim de tuin in, zodat het te eten had. En zo kwam het dat ´het haantje´ al snel ‘ons haantje’ werd.
Tot grote schrik van de tuinman, Hendrik Jan! Hij had het haantje al direct opgemerkt toen het de tuin in kwam gewaggeld. Maar hij had gedacht dat het beestje was gekomen om te sterven. Hij had het slachtoffertje tot die tijd wel de geborgenheid van de kloostertuin gegund, maar in no time zag hij het scharminkel opbloeien tot een gezonde, sterke prachthaan. Een blijvertje?! Hendrik Jan voorzag ellende.
Waar Hendrik Jan de tuinman al schrik voor had, geschiedde. Buurtbewoners begonnen te klagen over het gekukeleku van ons haantje. Ze ondervonden geluidsoverlast, aangezien het beest al om 04.00u ´s nachts zou beginnen met kraaien. “Als hier niet snel iets aan gedaan wordt…’ zo waarschuwden de buurtgenoten “…dan ondernemen wij stappen!”
Amai, deze onheil wilde de tuinman niet op zijn hals halen! Hij zag zichzelf al in conflict met Meester Visser van de Rijdende Rechter. Of erger… hij zag John Williams al op hoge poten verhaal komen halen voor Bonje met de Buren. Nee, bedankt! Om de lieve vrede met de buren te bewaren schakelde Hendrik Jan iemand in van de ´hanenopvang´ om het probleem op te lossen.
Een hanenopvang?! Das raar! Ik heb nog nooit van een hanenopvang gehoord, jij wel? Voor de zusters was dit ook een nieuwe term, maar het leverde verder geen vraagtekens op. De gedachte van een hanenopvang bood de zusters troost en vertrouwen. De hanenopvang! Dáár zou ons haantje een fijne, zorgeloze toekomst wachten…
De volgende ochtend meldde zich een meneer aan de balie, ene Dirk van Fa. Destructie Direct. Hij kwam voor de haan, uit opdracht van de tuinman. Mijn innerlijke Judas verwees hem naar de tuin. Een enkel uurtje later stond Dirk alweer aan de balie met de mededeling: “Eey vrouwke, luustert is. De kiep is d’r tussenuit genaaid. Hij zit nu verscholen in tuin van de buren. Daar mag ik niet komme, snapte? Ik taai af naar huis, kwit aanders ok nie ok nie. Houdoewee!”
Hoe hoopvol de utopie van die hanenopvang ook klonk, de zusters voelden zich toch geamuseerd over het feit dat de haan had weten te ontsnappen, maar dan zo, dat hij toch nog dicht bij hen in de buurt verbleef! Ook de tuinman was blij toe. Het beest had zichzelf verwijderd uit de tuin. Dat de buren er nu mee zaten was niet zijn pakkie an.
De zon ging onder, de nacht viel zacht… tenminste, tot klokslag 04.00u. Toen liet de haan weer van zich horen met luid gekakel! Het schelle geluid, afkomstig vanuit de tuin van de buren, ging als vanouds door merg en been. Een knap staaltje karma als je het mij vraagt.
De zusters kwetteren sneller dan Twitter, want nog vóór het ochtendgebed wist iedereen het al: ons haantje zit er nog steeds! Drie nachten op rij hoorden de zusters de haan kraaien.
Op de derde dag, ’s morgens vroeg, kwam pardoes het buurjongetje met de haan onder zijn arm het klooster binnengelopen. Hij had een glimlach van oor tot oor. Vol triomf zei het jochie: “Ik heb jullie haan gevangen! En ik kom hem eerlijk teruggeven. Alsjeblieft!”
De tuinman stond de buurjongen te woord, maar ontkende enige connecties te hebben met de haan. “Mijn jongen, ik weet niet waar je het over hebt, ik ken deze haan niet.” (Lucas 22:58) sprak de tuinman. Vervolgens gaf hij de buurjongen een briefje met daarop het telefoonnummer van ene Dirk en fluisterde: “De beste hanenopvang uit de regio, bel hem maar.”
De zusters praten altijd nog honderduit als hun haantje ter sprake komt. Allememaggies! Wat een avontuur was het! De zusters zijn opgelucht over de goede afloop. Ze missen het beestje, maar weten dat het in prima handen is daar op die hanenopvang. Ik niet, ik weet dat er ergens, ver van hier vandaan, een kruidige soep is getrokken.
EINDE
Afgelopen zomer kwam er een haan aanwandelen in de kloostertuin. De haan was graatmager en had amper veren. Waar het beestje vandaan kwam is een raadsel, maar dat dit kleine vluchtelingetje een lange, barre tocht achter de rug had was duidelijk. De dappere dodo was verzwakt en zag de kloostertuin als een fijn en rustig onderkomen om te schuilen.
Het duurde niet lang voordat de zusters de nieuwkomer hadden ontdekt. Het diertje trok bekijks! Waar normaal gezien het weer trending topic is, daar ging nu het haantje viral. De zusters smokkelden graan en broodkruim de tuin in, zodat het te eten had. En zo kwam het dat ´het haantje´ al snel ‘ons haantje’ werd.
Tot grote schrik van de tuinman, Hendrik Jan! Hij had het haantje al direct opgemerkt toen het de tuin in kwam gewaggeld. Maar hij had gedacht dat het beestje was gekomen om te sterven. Hij had het slachtoffertje tot die tijd wel de geborgenheid van de kloostertuin gegund, maar in no time zag hij het scharminkel opbloeien tot een gezonde, sterke prachthaan. Een blijvertje?! Hendrik Jan voorzag ellende.
Waar Hendrik Jan de tuinman al schrik voor had, geschiedde. Buurtbewoners begonnen te klagen over het gekukeleku van ons haantje. Ze ondervonden geluidsoverlast, aangezien het beest al om 04.00u ´s nachts zou beginnen met kraaien. “Als hier niet snel iets aan gedaan wordt…’ zo waarschuwden de buurtgenoten “…dan ondernemen wij stappen!”
Amai, deze onheil wilde de tuinman niet op zijn hals halen! Hij zag zichzelf al in conflict met Meester Visser van de Rijdende Rechter. Of erger… hij zag John Williams al op hoge poten verhaal komen halen voor Bonje met de Buren. Nee, bedankt! Om de lieve vrede met de buren te bewaren schakelde Hendrik Jan iemand in van de ´hanenopvang´ om het probleem op te lossen.
Een hanenopvang?! Das raar! Ik heb nog nooit van een hanenopvang gehoord, jij wel? Voor de zusters was dit ook een nieuwe term, maar het leverde verder geen vraagtekens op. De gedachte van een hanenopvang bood de zusters troost en vertrouwen. De hanenopvang! Dáár zou ons haantje een fijne, zorgeloze toekomst wachten…
De volgende ochtend meldde zich een meneer aan de balie, ene Dirk van Fa. Destructie Direct. Hij kwam voor de haan, uit opdracht van de tuinman. Mijn innerlijke Judas verwees hem naar de tuin. Een enkel uurtje later stond Dirk alweer aan de balie met de mededeling: “Eey vrouwke, luustert is. De kiep is d’r tussenuit genaaid. Hij zit nu verscholen in tuin van de buren. Daar mag ik niet komme, snapte? Ik taai af naar huis, kwit aanders ok nie ok nie. Houdoewee!”
Hoe hoopvol de utopie van die hanenopvang ook klonk, de zusters voelden zich toch geamuseerd over het feit dat de haan had weten te ontsnappen, maar dan zo, dat hij toch nog dicht bij hen in de buurt verbleef! Ook de tuinman was blij toe. Het beest had zichzelf verwijderd uit de tuin. Dat de buren er nu mee zaten was niet zijn pakkie an.
De zon ging onder, de nacht viel zacht… tenminste, tot klokslag 04.00u. Toen liet de haan weer van zich horen met luid gekakel! Het schelle geluid, afkomstig vanuit de tuin van de buren, ging als vanouds door merg en been. Een knap staaltje karma als je het mij vraagt.
De zusters kwetteren sneller dan Twitter, want nog vóór het ochtendgebed wist iedereen het al: ons haantje zit er nog steeds! Drie nachten op rij hoorden de zusters de haan kraaien.
Op de derde dag, ’s morgens vroeg, kwam pardoes het buurjongetje met de haan onder zijn arm het klooster binnengelopen. Hij had een glimlach van oor tot oor. Vol triomf zei het jochie: “Ik heb jullie haan gevangen! En ik kom hem eerlijk teruggeven. Alsjeblieft!”
De tuinman stond de buurjongen te woord, maar ontkende enige connecties te hebben met de haan. “Mijn jongen, ik weet niet waar je het over hebt, ik ken deze haan niet.” (Lucas 22:58) sprak de tuinman. Vervolgens gaf hij de buurjongen een briefje met daarop het telefoonnummer van ene Dirk en fluisterde: “De beste hanenopvang uit de regio, bel hem maar.”
De zusters praten altijd nog honderduit als hun haantje ter sprake komt. Allememaggies! Wat een avontuur was het! De zusters zijn opgelucht over de goede afloop. Ze missen het beestje, maar weten dat het in prima handen is daar op die hanenopvang. Ik niet, ik weet dat er ergens, ver van hier vandaan, een kruidige soep is getrokken.
EINDE